De charme van België, dus ook van Oostende, schuilt in de nevenschikking. Hier worden mooi en lelijk zonder problemen gecombineerd. Objecten die niets met elkaar van doen hebben, staan gebroederlijk naast, op of in elkaar, en vormen een surrealistisch stilleven. Magritte ligt hier op straat.
Toch rukt ook hier de no-nonsense cultuur op. Aan de Oosteroever maken torens van beton en glas van De Lange Nelle een kleine griet. De zone eromheen lijkt nu nog authentiek, met restanten van een eens zo trotse visserij en sporen van vergane industrieën. Maar dat gaat verdwijnen. Alles wordt wit, alles wordt clean. Net als in Nederland. En dat is jammer, want in dat land vind je slechts Mondriaan op straat.