Ik kan er niets aan doen, maar in musea moet ik altijd de bordjes met toelichtingen lezen. Vaak staat daar zoveel lariekoek op vermeld, dat ik vergeet om naar de kunstwerken te kijken, en keer ik naar huis terug met mijn hoofd vol curatoren-taal.
Zelfs op het strand ontkom ik er niet aan. Altar van Kris Martin (Kortrijk, 1972) staat pal voor het Thermae Palace Hotel. Op een plaquette aan een muurtje lees ik dat Martin poëtisch en contemplatief werk maakt, dat herinnert aan de kortstondigheid en vergankelijkheid van het menselijk bestaan. Ik kan me daar wel in vinden. Maar met de stelling dat ‘De kadrering verandert naarmate je dichtbij of veraf staat’, gaat de toelichting volledig de mist in.