‘Alexander von Humboldt’, lees ik op een schip in de haven van Oostende. Die naam komt me bekend voor, maar de Wikipediapagina doet eerlijk gezegd geen bel rinkelen. Hij was een belangrijk natuurvorser en ontdekkingsreiziger, dat heb ik er in ieder geval van opgestoken. Het schip dat zijn naam draagt, is een Hopper Dredger schip. Het verband tussen die twee ontgaat me, maar dat geldt eigenlijk meestal voor namen van schepen.
Von Humboldt – het schip – wordt ingezet om zandbanken voor de kust op te slobberen en die vervolgens over het strand uit te kotsen. Dat doet hij zo’n beetje elke vijf jaar, als het strand door erosie dusdanig laag is geworden dat de zee bij hoog water gevaarlijk dicht de dijk nadert.
De Von Humboldt pompt het zand, vermengd met water, door roestige buizen naar het strand. Daar loopt het water weg, het zand blijft achter. Bulldozers rijden vervolgens af en aan, van ‘s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, om het zand op de juiste plek te krijgen. Alleen al voor het Oostendse strand hebben we het over 600.000 kubieke meter. Als u weleens anoniem twee kuub zand heeft besteld voor op de oprit van uw vervelende baas, heeft u een idee van de hoeveelheid.
Op het strand, ter hoogte van de renbaan, graaft een machine een metersdiep gat. Je hoeft geen Alexander von Humboldt te heten om te zien dat dit met de ophoging van het strand niks te maken heeft. ‘Voor een kabel’, meer wil een man met een veiligheidshelm er niet over kwijt. Op een website vol jargon ontdek ik de verklaring. Er komt een optische glasvezelkabel tussen Oostende en Winterton in Engeland. Blijkbaar heeft de Brexit niet alle verbindingen verbroken.