Pal tegenover de winkel van Marcel aan de Torhoutsesteenweg ligt een braakliggend terrein. Er komen 50 appartementen, garages en twee winkels. Er is niets bijzonders te zien, toch houdt het perceel de gemoederen bezig.
‘Diep onder het zand ligt het wrak van een schip,’ vertelt Marcel. ‘Het wordt een Vikingschip genoemd, maar waarschijnlijk is het veel ouder, misschien waren het Friezen die hier kwamen vissen. In die tijd was dit gebied een en al kreken, de Sint-Catharinapolder. Vermoedelijk is het schip vast komen te zitten in het slib en kregen ze het niet meer los. Nu ligt het daar, meer dan acht meter diep.’
Marcel weet nog van de verhalen, van voor zijn geboorte (hij is van 1961). In de zomer van 1952 werd bij de bouw van een huis het schip ontdekt. Vijftien meter lang, acht meter breed. Het wrak werd nauwkeurig omschreven. Daarna werd het met betonnen funderingen omgeven en weer toegedekt. En vergeten… althans, door de meesten.
‘De kans dat het wordt geborgen is klein,’ denkt Marcel. ‘Het wrak ligt te diep, onder een fundering en daaronder is er veel grondwater. Het is gewoon te kostbaar om het uit te graven.’ Hij wijst naar de appartementen aan de overkant. ‘Meer dan acht meter. Dat zijn meer dan drie etages van een woning.’
Het wrak blijft dus vermoedelijk verborgen. Nu onder achter meter aarde, straks komen daar nog moderne appartementen bovenop. Misschien dat dezelfde discussie over zeventig jaar opnieuw gevoerd wordt. Misschien dat de boot dan aan het langste eind trekt. Voor nu voelt het alsof het schip voor de tweede keer is vergaan.