Meestal mag je kunst niet aanraken. Als je iets aanraakt, neem je er ook iets van mee. Zelfs het hardste graniet is niet bestand tegen de aanrakingen van zachte mensenvingers, als je ze maar vaak genoeg herhaalt.
In het Parijse Louvre is het destructieve effect van de zachte hand grafisch mooi verbeeld, met vrijwel onleesbare letters: ‘Do not touch works of art’.
Geen overbodige luxe, dat verzoek, want het museum staat vol beelden met bollende billen, borsten en buiken die vragen om betast te worden. Hoe glad is het marmer, hoe koel het graniet, hoe zacht het zandsteen?
Beelden in de openbare ruimte zijn niet met teksten te beschermen. Zoals de buste van Dalida, op het gelijknamige pleintje in Montmartre.
Maar weinigen kunnen de borsten van de Egyptische zangeres weerstaan. Aanraking van haar boezem zou geluk brengen. Ik geloof er niets van. Dalida was niet bepaald gelukkig. Los van haar succesvolle zangcarrière, lachtte het leven haar niet toe. Drie van haar geliefden pleegden zelfmoord en ook zijzelf stapte eigenhandig uit het leven. Het zijn de borsten zelf die er om vragen. De borsten in combinatie met de omgeving, want een paar honderd meter verder, op Cimetière de Montmartre, staan diezelfde borsten ook, in witte steen. Zonder slijtageplekken.
Is er in ieder geval een reserve beeld, als het bronzen versleten is.