Sorry

Foto: Grand Foulard

In het Leopold II park staat het standbeeld ‘Sorry’ van de Belgische kunstenaar Guillaume Bijl. Honden kijken eerbiedig op naar Jack, een hond die in de Eerste Wereldoorlog als speurhond actief was bij de Engelse infanterie, en in 1918 in de omgeving van Ieper sneuvelde.

Zoals je dat tegenwoordig steeds vaker ziet, staat er ook bij dit kunstwerk een bord om het werk duiding te geven. Stel je voor dat je dat als beschouwer zelf moet doen. Volgens het bord staat het kunstwerk stil bij de geldigheid van monumenten. Beelden in de openbare ruimte zijn, zo staat er te lezen, steeds onderhevig aan de tijdgeest, en zogenaamde heldendaden kunnen na verloop van tijd in een ander daglicht komen te staan. Om te ervaren dat dit een waarheid als een koe is, hoef je slechts naar De Drie Gapers te wandelen. Maar dat de heldendaden van Jack over pakweg honderd jaar in een ander daglicht komen te staan en dat actiegroepen in het holst van de nacht zijn vacht met rode verf gaan besmeuren… Sorry Guillaume, dat gelooft geen hond. Of geen kat, zoals ze dat hier zeggen.

De Achterkant van het gelijk

Foto: Grand Foulard

Afgelopen nacht was het weer raak. Het standbeeld van Leopold II werd voor de zoveelste keer met rode verf besmeurd. Het valt wel mee, dacht ik, toen ik het standbeeld op de Zeedijk passeerde. Maar toen had ik de achterkant nog niet gezien.

Foto: Grand Foulard

Urenlang was een schoonmaakploeg in touw om de rode smurrie met water en chemische oplosmiddelen te verwijderen. ‘De Stoete Ostendenoare’, die ook verantwoordelijk zijn voor het afzagen van de hand van een van de Congolezen, zijn verantwoordelijk voor de actie. Zij eisen dat het beeld verdwijnt. Ik luister naar de omstanders die de schoonmakers gadeslaan. De aanleiding voor de actie laat hen koud, zij klagen over de kosten, die zij als belastingbetaler gepresenteerd krijgen.

De burgemeester van Oostende veroordeelt de actie en de politie speurt naar de daders. Tweeduizend kilometer verderop herhaalt zich de geschiedenis, alleen zijn daar nog geen standbeelden voor opgericht.

Vuile handen

Foto: Grand Foulard

Langs de Nieuwe Gaanderijen hangen foto’s op groot formaat van de zee: ‘Onze kust in evolutie.’ Als je ernaar kijkt, sta je met je rug naar de echte zee. Dat voelt oneerbiedig en is – als je de foto’s mag geloven – niet zonder risico: in het verleden werd de kust veelvuldig hevig geteisterd door die nu zo kalme zee.

Op een van de laatste foto’s is – ook nogal oneerbiedig – een flyer geplakt. Reclame voor het FFO, het filmfestival Oostende. Althans, dat lijkt zo, vanwege een banner in de huisstijl van het festival. In werkelijkheid vraagt de flyer aandacht voor de documentaire Blanke Koning, Rood Rubber, Zwarte Dood uit 2004 (te zien op YouTube). Daarin wordt het schrikbewind belicht dat koning Leopold II van 1885 tot 1908 in Congo voerde. In die jaren was Congo nog geen Belgische kolonie, maar Leopolds privébezit. Hij liet er rubber produceren onder mensonterende omstandigheden. Veelvuldig werden handen afgehakt en mensen vermoord om de bevolking onder de duim te houden.

Foto: Grand Foulard

Een twintigtal meter verderop staat het imposante beeld van koning Leopold II te paard, geflankeerd door twee beeldengroepen. Rechts brengt de Oostendse vissersbevolking hulde, links tonen Congolezen hun dankbaarheid voor de bevrijding van de Arabische slavernij.

In 2004 hakte de actiegroep De Stoeten Ostendenoare een hand van een van de Congolezen af. Pas als het koningshuis zijn excuses aanbiedt voor de wandaden in Congo, keert de hand terug, zeggen ze. Tot op heden is dat niet gebeurd. Moet Leopold II dan maar helemaal het veld ruimen? De kans dat dit gebeurt is klein. Het beeld wordt bij Koninklijk Besluit van 22 september 1981 beschermd, en op besluiten komen koningen (en wereldleiders) nu eenmaal niet snel terug.