Af en toe koop ik een foto of ansichtkaart op Ebay of Marktplaats. Het staren naar de oneindig lange reeksen met minuscule afbeeldingen, op zoek naar dat ene interessante fotootje, is verslavend. Nog één pagina, dan stop ik, nog ééntje, dit is echt de laatste… Het gaat om kleine bedragen, maar de aankopen worden door de internethandelaren met de grootste zorg verzonden. Ter versteviging van de envelop wordt er een stuk karton meegestuurd, geknipt uit een pak soep, cornflakes, of hagelslag. Je leert dus ook nog iets over het consumptiegedrag van de ansichtkaartenverkopers. Er zijn ook handelaren die als versteviging onverkoopbaar geachte kaarten gebruiken, met een afgescheurd hoekje, plakbandresten, of punaisegaatjes. Een enkele keer zit er een ansichtkaart bij waar ogenschijnlijk niks mis mee is, behalve dan dat het onderwerp zo saai is, dat niemand die kaart ooit zou kopen, denken ze. Dat is een misvatting. Saaie kaarten zijn big business. Hoe minder spectaculair, hoe beter. Kale vlakten, troosteloze gebouwen, grijze luchten. Less is more. Dat is het Martin Parr-effect. Sinds hij ‘Boring Postcards’ uitgaf, speuren koopjesjagers het internet af op zoek naar foto’s die in dat boek niet zouden misstaan.
Laatst ontving ik bij een aankoop, een kaart van een midgetgolfbaan als versteviging en kort daarop weer één. Toen had ik er twee, en dus een probleem, want twee is een verzameling. Vanaf dat moment moet ik dus ook speuren naar kleine strookjes terra cotta in een groen rechthoekje, dat na aanklikken in sommige gevallen inderdaad een midgetgolfbaan blijkt te zijn. Ik heb er nu twaalf. Te weinig om er een boekje mee samen te stellen, te veel om er mee te stoppen. Ik zoek dus ijverig verder. Ik beperk me tot kleurenfoto’s, want er zijn grenzen: zwart-wit is wel erg saai.