Er wordt in deze stad wat gesloopt, gerenoveerd en gebouwd. En aangekondigd dat er wordt gesloopt, gerenoveerd en gebouwd. Dat gebeurt met gele pamfletten van de verantwoordelijke instanties waarop vermeld staat dat omwonenden protest kunnen aantekenen tegen de voorgenomen renovatie, bouw of sloop, zodat die renovatie, bouw of sloop soms jarenlang – twintig jaar of langer is geen uitzondering – stil komt te liggen. Bouwen, renoveren en slopen zijn hier processen van de lange adem. Niet zelden komt het tot een compromis: de sloop en de nieuwbouw mogen doorgaan, maar de gevel moet worden behouden. Iedereen blij.
Als de kogel eenmaal door de kerk is, kan het snel gaan. Althans, als er geen skelet (zie Plaats Delict) of restanten van een Vikingschip (daarover meer in een volgende blog) worden gevonden.
Vroeger, in de tijd dat bouwvakkers nog naar vrouwen floten, bleef je zicht houden op het bouwproces. Nu verdwijnt alles onder een enorme lap plasticfolie, alsof Christo aan het werk is geweest.
Voor het milieu kan het niet zijn, die paar honderd vierkante meter plastic. Voor de veiligheid, tegen het stof en de geluidsoverlast, zegt de bouwvakker. Ik denk dat het vooral camouflage is, met een surprise als gevolg: tegen de tijd dat het plastic eraf gaat, is iedereen allang vergeten wat er ook weer met de bouw of de sloop was afgesproken.