In de Gouden Eeuw barstte het in de schilderkunst van de symboliek. Een dode boom verwees naar de dood, een hond naar (huwelijkse) trouw, een zeepbel naar de vergankelijkheid van het leven. En dan waren er nog massa’s verwijzingen naar erotiek en/of de geslachtsdaad: een vogel, een (lege) vogelkooi, een druiventros, eieren, een schip op zee, oesters, knoflook, een luit, een muis, een haas, een tuin met een fontein, voeten, kousen, de jacht, een fles… en zo kan ik nog wel even doorgaan. Heel vermoeiend, al die diepere betekenissen. Gelukkig speelt dat bij fotografie geen rol. Daar is een foto van een vrouw die een poes aait, gewoon een foto van een vrouw die een poes aait.
Voyeur
Schieten op de kermis, ik heb het nog nooit gedaan. Wel moet ik altijd even kijken. De schiettent blijft fascinerend. Niet zo’n tent waar je op ballonnen, plastic plaatjes of gipsen staafjes moet schieten. Nee, de echte schietkraam levert bij elke voltreffer een fraaie foto op.
Ik heb inmiddels een flinke verzameling, uit allerlei landen, maar het beeld blijft fascinerend: de geconcentreerde, bijna verbeten blik van de schutter, en de afwachtende, gespannen, opgewonden, verveelde, soms nogal dwaze blik van de toeschouwers.
Wat maakt die foto’s toch zo boeiend? Ik denk omdat ze niet geposeerd zijn. Meestal zijn mensen zich bewust van de fotograaf. Ze nemen een houding aan, ze trekken hun fotogezicht. Bij een schiettentfoto vergeten ze dat: volledig geconcentreerd op het spektakel vergeten ze de camera, ontgaat hen de lens. Dus kijk je niet naar een foto, maar naar echte mensen. Dat maakt mij, de kijker, een voyeur.
Op 18 november 2021 overleed ‘luchtbuks’ Ria uit Tilburg, op 101-jarige leeftijd. Vanaf haar zestiende schoot ze elk jaar op de kermis, in totaal 85 keer raak. De foto’s werden door Erik Kessels gebundeld en uitgegeven in zijn In almost every picture-serie. Later werd de fotoserie aangekocht door het Stedelijk Museum Amsterdam. Ria bleef haar lange leven lang ongehuwd en kinderloos. ‘Sommige mensen doen aan seks, ik schiet,’ gaf ze als verklaring. En ik? Ik schiet niet, ik kijk.
Meret
Die witte schoenen….
Ik moest meteen aan Meret Oppenheim denken. Zij bond dergelijke schoenen met vliegertouw bijeen en plaatste ze op een zilveren ovale schaal: Ma gouvernante – My Nurse – Mein Kindermädchen.
Meret Oppenheim was een Duitse kunstenares (Berlijn, 1913 – Bazel, 1985). Haar werk wordt geschaard onder het dadaïsme en surrealisme. Mein Kindermädchen barst van de seksuele verwijzingen. Heel direct: de schoenen staan voor voeten- en schoenenfetisjisme. Het samenbinden is een verwijzing naar bondage. De omgekeerde schoenen zijn symbool voor onderwerping. De opening tussen de schoenen verwijst naar de vagina, dus het opgediende ‘gerecht’ staat voor orale seks. De witte schoenen zijn smoezelig: hoer versus maagd.
Het werk werd in 1936 tentoongesteld. Het publiek was geschokt en het werk werd door een bezoekster van de tentoonstelling in Parijs vernield. Meret maakte een nieuwe versie die zich nu in het Moderna Museet in Stockholm bevindt.
Met die achtergrond lukt het me niet om onbevangen naar deze foto te kijken.
O ja, op de achterzijde van de foto staat een stempel van een opticien in Lörrach, een kleine stad in het zuidwesten van Duitsland. Slechts twaalf kilometer ervandaan ligt Bazel, de stad waar Meret Oppenheim overleed…