Op het Vossenplein vind ik deze foto. Een vrouw in een gebloemde jurk kijkt naar een man in een zwembroek die zich voorover buigt naar een vrouw op een andere stretcher. De vrouw lijkt argwanend, ze heeft haar zonnebril ervoor afgezet.
Een mislukte foto, zo zullen de mensen op de foto er later over oordelen. Toch wordt hij niet weggegooid. Hij wordt zelfs op de achterzijde van een notitie voorzien: la Panne, août 1963. Nu is de foto, zestig jaar later, op de rommelmarkt beland.
Ik kijk om me heen. Waar is de handelaar bij wie ik kan afrekenen? Maar er is geen handelaar. De foto is in een doos beland, naast een oude koffer, een versleten kleed. Niemand wil hem hebben. Na zestig jaar eindelijk afgedankt. Ik mag hem zo meenemen. Voor niks. Dat maakte de schaamte alleen maar groter
Pijpetuitje
Pijpetuitjes… pijpe-tuitjes…
Ze bestaan echt. In de Brusselse Marollen, op het Vossenplein, vind ik dit doosje. Het lijken surrealistische objecten, sculpturen van Magritte. Een grafkist voor je pijp. Ze zijn vast niet echt.
Ceci n’est pas un cercueil